print
interview

Vluchtelingenkinderen krijgen op de middelbare school les in de Internationale Schakelklas (ISK). Mirugia Sikkens is docent in het ISK en spreekt over integratie door middel van taal- en waardenonderwijs.

Mirugia Sikkens
Zelfstandig docent Nederlands als tweede taal (NT2) in de ISK en docent Nederlands/Burgerschap in het Mbo
19 mei 2016

ISK

‘Ik heb eigenlijk twee liefdes, het Mbo en de ISK (Internationale Schakel Klas - red.). Als zelfstandig docent werk ik meestal daar waar ze mij nodig hebben. De laatste jaren was op de ISK's minder werk, maar ik dacht zo’n vier jaar geleden: ‘dat gaat weer komen’. Toen ben ik weer begonnen met lesgeven op de ISK.

Ik dacht ‘als ik met vluchtelingenkinderen wil werken, dan heb ik verse ISK-ervaring nodig’. Als zelfstandig docent moet je natuurlijk wel een beetje vooruitkijken naar waaraan behoefte is in het onderwijs. Aan de hogeschool word je tegenwoordig bijna opgeleid tot eerstegraads docent, maar Karel ende Elegast kan ik bij mijn leerlingen niet kwijt. In Nederland kun je geen gespecialiseerde opleiding tot docent Nederlands als tweede taal (NT2 - red.) aan het Hbo volgen. Daarom heb ik mijzelf gespecialiseerd in taalverwerving.

Zodra de jongeren in een AZC zitten vallen ze onder de Leerplicht en moeten ze onderwijs volgen. Jongeren tussen de twaalf en achttien jaar gaan naar de ISK. Als ze starten doen we eerst een intake. Vervolgens krijgen ze een test die niet taalgebonden is, zodat er een inschatting van het IQ ontstaat.

Dit jaar zijn bijna elke week klassen gestart, dus ze kunnen in principe vlot instromen. Ze kunnen vaak al de volgende week al naar school. De jongeren moeten dan in twee jaar eigenlijk de hele lagere schoolperiode in Nederland doen en stromen ze vervolgens door naar het Nederlandse onderwijs.'

Emancipatie

'Onderwijs aan deze doelgroep omvat volgens mij emancipatie, zorgen dat ze beslagen ten ijs komen in de Nederlandse samenleving. Dat is ook bittere noodzaak, want we willen niet meer dat mensen blijven zitten. Statistisch gezien maken bijvoorbeeld de Somaliërs weinig kans op werk. Met de Somalische meiden heb ik vaak een goed contact en probeer ik ze altijd te stimuleren om te gaan werken.

Sommigen komen ook naar mij toe met het verhaal dat er over ze gepraat wordt in de gemeenschap, bijvoorbeeld omdat een Somalisch meisje niet mag voetballen. Dan zeg ik: ‘Dit is je passie, dit is wat je wilt, je moet sterk zijn en als je vader het geen probleem vindt, dan mag je dat gewoon’.

Ik zie zulke meisjes ook wel als pioniers. Daar word ik heel enthousiast en blij van. Graag help ik hen als het kan. Ik denk dat je op microniveau toch net iets kunt veranderen wat uiteindelijk misschien een heel groot effect heeft.'

Waarden

'De waarden die wij in Nederland hebben zijn vaak niet de waarden die men in een ander land ook heeft. Als ik bijvoorbeeld homoseksualiteit bespreek in mijn klas, dan zorgt dat wel voor opschudding. Over dit onderwerp heb ik een lessenserie ontwikkeld.

Als je daar mee bezig gaat, dan merk je dat je wel goed opgeleid moet zijn. Soms zijn leerlingen fel, soms ook radicaal, zo van: ‘Nederland is vies en dit kan allemaal niet’. Dan moet je wel weten hoe daar mee om te gaan. 

Daarnaast hebben de leerlingen vaak een niet-westerse onderwijshistorie. Dat is een hele andere manier van leren, veel meer vanuit een orale traditie. Je kunt niet zeggen: ‘Hier is je boek en ga maar aan de slag’. In mijn eerste lessenserie had ik het over Prinsjesdag, regering, kabinet, mooi koffertje. Nou, de leerlingen keken mij echt aan! Die begrippen waren veel te abstract. Je moet eigenlijk steeds de beweging maken van micro-, naar meso- en macroniveau, maar je start met aansluiten bij de directe belevingswereld van de leerlingen.

Als ze niet zo goed kunnen lezen en schrijven, dan zijn ze wel gealfabetiseerd, maar worden ze daar in het vervolgonderwijs toch meer gezien als analfabeet. Dus ik stel hele hoge eisen, want als je eenmaal naar het mbo gaat dan word je gewoon geacht voldoende kennis te hebben. Soms komen mijn leerlingen dan docenten tegen die heel lief zijn en die ze helpen.

Maar ik heb ook andere voorbeelden. Zo kreeg een van mijn beste leerlingen te horen dat hij geen betekenissen van woorden mocht vragen, want dat moest hij zelf maar opzoeken. En als hij nog een keer een woord zou vragen, dan zou de docent hem van de opleiding sturen. ‘Daar zijn we gewoon niet voor,’ zei die docent.

Het ging om een jongen die zorgt voor zijn familie, 's ochtends opstaat om een krantenwijk te doen, dan zijn schoolwerk doet, huishouden en dan nog een baantje bij de McDonalds heeft. Het is niet zo dat een docent die zoiets zegt per se slecht of niet aardig is, maar wellicht denkt: ‘Wat moet ik hier mee? Ik weet niet goed wat ik hieraan kan doen en ik wil ook gewoon mijn programma volgen’. Iedereen staat daar anders in, maar dat is wel een probleem denk ik.'

Specialisme

'Er zijn hele specifieke problemen die in een ISK-klas spelen. NT2-docentschap is daarom een specialisme. Als je Nederlands studeert dan krijgt je heel veel kennis, wat op zich heel goed is en je ben echt een specialist, maar daar hebben deze leerlingen soms weinig aan. Ik denk ook dat het goed is om een eigen opleiding te hebben, zodat mensen net als voor de opleiding docent Nederlands kunnen kiezen voor de opleiding tot docent NT2. Die fluctuaties in de instroom van vluchtelingen zal blijven, maar de kennis moet wel ergens gewaarborgd worden.

In plaats van dat randgemeenten scholen oprichten zou het beter zijn wanneer grote gemeentes een flexibele ISK-schil kunnen hebben, zodat hun onderwijskundige kennis altijd aanwezig blijft, maar ook het materiaal en de docenten. Er komt namelijk een heel andere problematiek bij kijken.

Voor het management of docenten zijn er geen speciale opleidingen. Dan zou het handig zijn wanneer de oude ISK’s als het ware gecentraliseerd worden en dat je van daaruit dependances kunt oprichten. Op een gegeven moment neemt de vluchtelingenstroom namelijk ook weer af en dan moet je weer kunnen krimpen, maar wel je basiskennis behouden.

Leer de docenten bijvoorbeeld trauma's herkennen. Ik zeg altijd: ‘vwo-scheikunde geef je met je hoofd, lesgeven op de ISK doe je met je hart’. Die scheikundedocent ben ik niet, dus hoe je dat precies doet, weet ik niet. Ik weet wel dat ik met heel mijn persoonlijkheid en passie in de les aanwezig ben. Leerlingen komen vaak naar mij toe, omdat ik naar ze luister, hoor en wederhoor, en ik niet over ze oordeel. Het bieden van veiligheid is belangrijk.'

Toekomst

'Ik kijk mijn leerlingen altijd met vertrouwen na als ze van school gaan. Als je van mij les hebt gehad, dan kun je later in het leven altijd een beroep op mij doen. Ik zie mijzelf als een sleutelfiguur waar ze altijd terecht kunnen. Veel leerlingen vinden dat prettig, omdat er heel veel vragen zijn en dingen op ze afkomen. Sommige vragen om raad of ze laten weten dat ze op de universiteit zitten, dan ben ik trots. Ik hoop dat ik ze zoveel heb meegegeven als ik kon. Ik heb probeer kennis zo goed mogelijk over te dragen en daarna moeten ze het zelf doen. Ik ga uit van hun eigen kracht.

Eerder kon men leerlingen die moeite met leren hadden nog wel een beetje doorschuiven naar een vervolgopleiding. Door nieuwe regelgeving, waarbij geselecteerd kan worden aan de poort, mag dat absoluut niet meer. Dat is wel een probleem, ook voor leerlingen uit Nederland die een mbo niveau 1 opleiding doen.

Het niveau dat ze moeten halen is gewoon te hoog en er is nu een harde scheiding om door te stromen naar een hoger niveau. Veel leerlingen moeten dus snel aan het werk. Er wordt zo een workforce gecreëerd helemaal aan de onderkant van de samenleving. Daar is niet voor iedereen werk. Het grijze circuit is dichtbij, het zwarte circuit is dichtbij. Daarnaast krijgen ze geregeld te maken met afwijzing bij sollicitaties. Dan kan radicalisering ook heel dichtbij komen.'

Onderwijs

'Het onderwijs kan hier nog wel iets in doen. Door mensen gezien en gehoord te laten voelen. Sommige jongeren zeggen: de Nederlandse mensen "liegen", want ze huilen wel om mensen in Parijs en niet om mensen in Libanon. Het enige wat je daarop kunt antwoorden, is dat wanneer je de mensen kent, zoals jouw buren. Dat het dan makkelijker is om je ermee te identificeren.

‘Nederlandse mensen zijn slecht,’ zeggen ze ook wel tegen mij. Dan zeg ik: ‘Nee, ze zijn niet slecht, maar ze weten sommige dingen gewoon niet.’ Ik maak daar ook veel grapjes over, over wat ik mee maak als alledaags racisme. Daar moeten ze zich wel ook een beetje van bewust zijn, dat dat ook meespeelt.

Op het moment dat je daar om kunt lachen, zorgt dat ervoor dat je zelfvertrouwen goed is. Ze hebben allemaal hun kracht vanuit hun cultuur en waar ze vandaan komen. Ze hebben allemaal ook hun eigenwaarde. Daar ga je eigenlijk weer naar terug. Als ik zie wat er bij sommige Marokkanen is gebeurd - die het slachtofferschap hebben omarmd - dan is het heel makkelijk te denken ‘oh, alles wordt mij aangedaan. Ik hoef zelf niets te doen’. Je kunt ook zeggen: ‘Potverdikke, ik moet en zal er een succes van maken.’

Sterk

'Laten we de leerlingen niet als slachtoffer zien, maar als volwaardige mensen en laat ze krachtig zijn. Daarvoor moeten we zorgen dat ze een goede opleiding krijgen, zelfvertrouwen hebben. Als ik hoor dat een jongetje van Afghanistan naar Nederland is komen gelopen: je wilt eigenlijk helemaal niet weten wat hij meegemaakt heeft, maar hij is sterk. Die kracht moet je proberen te bereiken en te stimuleren.

Iedereen heeft zijn trauma's, maar om er nou heel diep in te gaan zitten, daar geloof ik dus niet zo in. Ik denk dat we in Nederland heel goed zijn om te zeggen, ‘oh echt zielige mensen’. Ik ben eigenlijk meer een nuchtere aanpakker. Dan komt mijn Groningse opvoeding om de hoek kijken.

Soms moet je ook gewoon wat gaan doen weet je, kop der veur, zoals ze in Groningen zeggen. Het is natuurlijk heel naar als er dingen zijn gebeurd en daar moet ook aandacht voor zijn. Er zijn hulpverleners die daar heel goed bij kunnen helpen. Mijn uitgangspunt is meer: Alleen al het feit dat je gewoon aan de slag gaat, zorgt ervoor dat het beter met je gaat. Zodra je op pad gaat, ontvouwt het pad zich voor je.'

Mirugia Sikkens met haar stagiaire Kiki de Boer. 

Interview gehouden op donderdag 19 mei door Annelies Pilon en Janne Ruth Riemersma.
Foto's: Werry Crone