We spreken over de rol van de gemeente bij Heumensoord, het belang van communicatie en duidelijkheid, en de lessen van een noodopvang voor drieduizend mensen.
Maximaal inzetten
Vera Stekelinck: ‘Vanaf het begin was duidelijk dat Heumensoord een noodopvanglocatie voor drieduizend mensen zou worden. Defensie had aangeboden aan het COA dat zij hun terrein in Heumen konden gebruiken. COA is vervolgens naar de burgemeesters van Heumen en Nijmegen gegaan. Ze vroegen meteen voor een periode van één jaar, wat uiteindelijk tot juni 2016 is geworden.
Gemeente Nijmegen was al bezig met de vraag wat wij zouden doen met de vluchtelingenstroom. Het College besloot dat wij ons maximaal wilden inzetten, voor noodopvang, asielzoekerscentra en statushouders. Daarnaast had de Raad ook al unaniem aan het college steun betuigd voor opvang van vluchtelingen in de stad. De vraag was niet óf we het moesten doen, maar hóé we dit gingen realiseren.’
Geerte Meijer: ‘We wisten ook dat dit in Heumen mogelijk was omdat elke zomer zo’n vijfduizend militairen op dat terrein zitten. Natuurlijk wel voor een korte periode, maar dat aantal moest mogelijk zijn in dat gebied.’
Overleg en afstemming
Vera Stekelinck: ‘Heumensoord is vrij snel gerealiseerd, maar er waren toch veel vragen die wij van te voren moesten beantwoorden. De uitdaging bleek iets groter dan we dachten, omdat het gebied heel kwetsbaar is. Er moesten veel voorzieningen worden aangelegd om te voorkomen dat er iets zou gebeuren met de bodem en het water, en het moest allemaal in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht.
We zijn om de tafel gaan zitten met alle betrokken partijen: Defensie, de gemeente Heumen waar het terrein ligt, gemeente Nijmegen als eigenaar van het terrein, Natuurmonumenten en Vitens als eigenaar van de waterputten in het waterbeschermingsgebied. Allen moesten toestemming geven voor de huisvesting van vluchtelingen. En COA zegde toe dat ze bereid was om alle kosten te dragen.
De eerste weken bestonden vooral uit overleg en afstemming. Welke schakels waren nodig om dit te realiseren? Maar binnen een week waren alle vergunningen rond en konden ze beginnen met bouwen. Uiteindelijk kwamen de eerste bewoners binnen drie weken al.’
Bewonersoverleg
Vera Stekelinck: ‘De eerste bewonersbijeenkomst was de dag na de bekendmaking. De omwonenden moest verteld worden wat we van plan waren. Het was geen vraag of we dit gingen doen, we vroegen: “Hoe kunnen we dit op zo’n manier met elkaar regelen dat het beheersbaar blijft?”’
Geerte Meijer: ‘Over het algemeen zag je dat mensen vooral interesse vragen hadden: “Hebben jullie hier aan gedacht, of hebben jullie dit al geregeld?” Het was goed om te zien dat mensen erg meeleefden en wilden helpen. Het COA is ook samen met mensen naar de locatie geweest, zodat ze konden zien wat er gebeurde op Heumensoord. Dat zorgde voor begrip en realisatie dat het ook voor de vluchtelingen lastig is om hier in het onbekende te zitten.’
Vera Stekelinck: ‘Er was wel angst voor het onbekende. Ook was er een aantal mensen dat protesteerde bij de eerste bijeenkomsten. Maar de meerderheid accepteerde het en wilde helpen. We zijn ook heel snel begonnen met een omwonendenoverleg. Bij deze overleggen werden ook de wijkraden betrokken, mensen die uit de buurt kwamen en de informatie konden terugkoppelen naar de omwonenden.’
Geerte Meijer: ‘We hebben ook laagdrempelige informatiepunten opgezet zodat burgers ergens langs konden komen met vragen of klachten. Daar zat iemand van de gemeente, van het COA en het Stip en af en toe de wijkagent. Na enkele weken kwam er bijna niemand meer naar deze spreekuren.’
Vera Stekelinck: ‘In het begin kwamen klachten naar voren zoals te veel afval langs de straten of dat er veel mensen rondhingen rondom Heumensoord. We waren alert op wat er gebeurde. Elke keer hebben we gekeken naar wat is op dat moment nodig was en dan werd het zo snel mogelijk geregeld.’
Communicatie en afstemming
Vera Stekelinck: ‘Niemand wist waar we aan begonnen, ook het COA niet. Het COA was gewend om alles op haar eigen manier te doen binnen een asielzoekerscentrum, en te zorgen dat daarbinnen de opvang van vluchtelingen aan alle richtlijnen voldoet. Zij hadden wel grote locaties ingericht, maar Heumensoord was anders.
Het was een enorm tentenkamp in een groot bos én hier was een hele stad betrokken bij de opvang. Zij moesten wennen dat het anders ging en dat het meer communicatie en afstemming van hen vroeg. Toch hebben ze dit snel opgepakt. Wij hadden in het begin ook relatief weinig inzicht in wat het COA precies deed.
Vanaf het begin hebben we regelmatig bestuurlijk overleg gehad met de beide burgemeesters, betrokken wethouders en het COA. Die lijnen kort houden en de rollen zuiver houden was belangrijk. Goed nadenken over wat de rol is van de gemeente of COA. Zo kun je signalen sneller oppakken en hier sneller mee omgaan.’
Heumensoordschool
Vera Stekelinck: ‘Toen COA in eerste instantie vroeg naar de locatie Heumensoord, zouden de kinderen geen leerplicht hebben omdat ze binnen drie maanden weer weg zouden zijn. Het zou noodopvang worden met regelmatige doorstroom.
Dat de kinderen langer bleven en dus leerplichtig waren, werd duidelijk in oktober 2015. Toen hebben we een school gerealiseerd in januari 2016. Dat is snel als je kijkt naar het aantal leerlingen, 600. Die konden we niet zomaar plaatsen op de bestaande scholen. Voor de kleinste kinderen is een gebouw bijgezet op het terrein zelf. Vanaf de kleuterschool was er een andere locatie.
Er moest een nieuwe school opgezet worden, leraren worden aangenomen, lespakketten gemaakt, er moesten bussen komen, etc. Er was elke dag wel iets nieuws wat we moesten regelen. Maar het was heel erg leuk dat we dit hebben kunnen doen. Het gaf ons heel veel energie om de school te realiseren. En verder was het constant schakelen, communiceren en gewoon doen.’
Afbouw
Vera Stekelinck: ‘Voor beide burgemeesters was het heel duidelijk dat er geen verlenging zou komen. Zij hadden hun bewoners beloofd dat 1 juni de einddatum zo zijn en daar zouden we ons aan houden. Betrouwbaarheid als overheid is belangrijk.
COA wist ook dat verlenging geen optie was. De locatie moest leeg zijn tijdens de Vierdaagse en de Special Olympics . Dus vertrokken al op 1 mei de laatste asielzoekers, omdat het terrein nog moest worden afgebroken en opgeleverd.
Eigenlijk zou het helemaal worden leeggehaald en zou Defensie het zelf weer opnieuw opbouwen, maar wat er stond konden ze natuurlijk ook overnemen. Dat moest weer worden onderhandeld: wat blijft er staan, wat is de prijs? En dat is nog een heel proces. Zo hadden Defensie en COA niet dezelfde tentenleverancier en konden de tenten dus niet zomaar worden overgenomen.
In het begin dacht ik dat de eerste weken heel intensief zouden zijn en daarna minder. Maar de hele periode is druk geweest. De discussie rondom homo’s in Heumensoord, de school, het rapport van de ombudsman, alleen de laatste weken werd het rustig. Aan het einde ging alles in een versnelling, COA had het druk met iedereen een plek geven zodat iedereen weg kon. Ze wilden alle vluchtelingen weg voordat de afbouw zou beginnen.’
Betrokken stad
Vera Stekelinck: “De betrokkenheid van de stad bij deze groep mensen is enorm groot geweest. Heel veel mensen hadden energie om te helpen. Uiteindelijk zijn er meer dan 3000 vrijwilligers geweest die direct betrokken waren met Heumensoord. Dat is meer dan er vluchtelingen waren. Er is heel veel kleding, fietsen en speelgoed gegeven, maar ook dingen gedaan met de vluchtelingen, zoals taalles. Ook de vluchtelingen waren zelf heel actief.
In Nijmegen waren zoveel mensen die de noodzaak van Heumensoord zagen. Deze vluchtelingen kwamen uit Syrië en we zagen die oorlogsbeelden. Straks krijgen we allerlei andere typen vluchtelingen, meer Afrikaanse of economische vluchtelingen. De droogte in Afrika gaat er voor zorgen dat er heel veel hier naar toe gaan komen. Ik weet niet of dan dezelfde energie gaat ontstaan in de stad om die mensen te helpen. Ik zet daar wel een vraagteken bij.
Homo’s in Heumensoord
Vera Stekelinck: “Het COC was heel erg betrokken bij Heumensoord. Als er openlijke homo’s kwamen, dan werd contact gelegd met het COC. Er werd zeker gepest op Heumensoord, het was echt niet allemaal vriendelijk onder elkaar.
Het COC had als standpunt dat de homo’s naar een safe house moesten, maar dit past niet in het beleid van het COA. Zij zegt dat mensen moeten integreren en Nederlandse normen en waarden moeten leren. Dit betekent dat je met elkaar samen leeft. Natuurlijk, als het levensbedreigend is, moeten ze er uit. Maar dan naar een andere noodopvanglocatie, want ze zitten nog steeds niet in de asielprocedure.
Er was veel discussie geweest in de politiek, maar wij namen de beslissing om het standpunt van COA te volgen. Daarna hebben we het COC gevraagd om de problematiek in kaart te brengen. Vervolgens bleek dat de aantallen beduidend lager waren dan in de media stond. Dus besloten we tot casus-overleg met het COA, COC, ambtenaren en wijkagenten om te kijken naar individuele oplossingen om die veiligheid te garanderen.’
Uitzichtloosheid
Vera Stekelinck: ‘Er zullen meer vluchtelingen komen, daarom zijn er nog steeds heel veel opvangplekken nodig. Maar we gaan niet meer een noodopvang in Heumensoord neerzetten. Het was een uitdagende en boeiende periode om mee te kunnen werken aan het realiseren en goed laten verlopen van Heumensoord. Het is goed dat het geëindigd is, omdat er ook risico’s waren en het van een ieder veel energie vroeg om het goed te laten lopen. De kern van het probleem waren niet de aantallen, dat is ook door burgemeester Bruls aangegeven. De aantallen konden we aan, het waren de voorzieningen en vooral de uitzichtloosheid.
Er was een gebrek aan privacy. De wandjes in de paviljoens zijn anders dan muren, je hoort alles in de tent. Als het stormde, konden ze niet eens naar buiten. Noodopvang in een bos met kampvoorzieningen moet je niet langen dan een jaar willen. In de nieuwe noodopvang hier in de gemeente zullen 500 mensen in een bestaand gebouw wonen met meer privacy. Dat is beter dan een tent. We vinden het ook belangrijk dat de bewoners kunnen koken en kinderen meteen naar school kunnen. Daarom zijn wel ook al in gesprek met schoolbesturen over de opties. Daarnaast betrekken we burgers er ook weer bij.
De vluchtelingen moesten bijna een jaar wachten voordat hun asielprocedure kon starten en dat is natuurlijk dodelijk. Je zit alleen maar te wachten. Ook al heb je sport en leer je taal, je weet niet of je kunt blijven. Je kunt niet beginnen met een toekomst opbouwen. Wat ik heb gezien deze periode, is dat niets zo funest is als die onzekerheid. Als de procedure al in het begin was gestart of mensen zouden weten wanneer deze zou beginnen, dan was het soepeler gelopen. Het begon een probleem te worden toen ze maar hoorden: “Het duurt nog zes maanden, of het duurt nog langer.”
Zorg dat die asielprocedure snel begint, geef vanaf dag één Nederlandse les en burger ze vanaf dag één in. We zijn nu ook bezig met de statushouders om te kijken hoe we die goed kunnen opvangen. We halen onze aantallen, maar hoe kunnen we die inburgering zo goed mogelijk vormgeven? We hebben nu het beleid dat je als buitenlander eerst de taal moet leren voordat je aan het werk gaat. Stop daarmee: gelijk werk, gelijk taal, gelijk scholing en activiteiten om zo een sociaal netwerk op te bouwen.’
Succesfactoren en problemen
Vera Stekelinck: ‘De bestuursstijl was een van de succesfactoren van Heumensoord. Samen overleggen en continue communiceren, met elkaar en met inwoners en omwonenden. Alle communicatie op het terrein ging via COA, wij als overheid hebben alleen gecommuniceerd met onze inwoners. Blijven communiceren over alles wat er gebeurt. We hoorden van bewoners dat ze dat heel prettig vonden.
Daarnaast was belangrijk hoe onze burgemeester zijn leidersrol heeft opgepakt. Hij droeg uit: wij doen dit en wij luisteren naar onze bewoners van deze stad en de asielzoekers. De burgemeester heeft ook gesproken met de vertegenwoordiging van de demonstraties bij Heumensoord. Bij dat gesprek bleek heel duidelijk wat de kern van het probleem was. Dan gaat het niet meer over eten of huisvesting, dan gaat het om de uitzichtloosheid en het wachten.
Als burgemeester kun je niet veel oplossingen bieden omdat je afhankelijk bent van rijksbeleid. Leg maar aan een asielzoeker uit dat COA de opvang regelt, IND de asielprocedure, InterLokaal de vrijwilligers en dat het rijk rijksbeleid heeft. Maar we hebben wel een brief geschreven naar de staatssecretaris, dat het belangrijk is om goed te communiceren met deze mensen. Naar aanleiding van die brief is gerealiseerd dat de asielprocedure al op Heumensoord werd gestart. Hierdoor werden de asielzoekers kalmer en bedankten ze ons voor het luisteren en de hulp.
De grootte van Heumensoord was ook een succesfactor. Het klinkt gek, maar het was wel zo. Door de grootte konden we een aantal voorzieningen goed realiseren. De medische post was altijd aanwezig en Heumensoordschool. De grootte heeft ook er voor gezorgd dat veel Nijmegenaren betrokken waren.
Wat het moeilijk maakte was dat dit een locatie in tentenvorm was en in een bos. Er was een lange donkere aanvoerweg, het gebied was kwetsbaar en de tenten waren te groot. Ook waren ze gehorig en konden de kinderen slecht slapen. Maar de grootte was goed. Dat is echt iets anders en die twee dingen zijn in de media en in de rapporten samen gezet en door elkaar gebruikt.
Ik kan me wel voorstellen dat het voor de gemeente van een dorp niet te trekken is. In dorpen klopt de verhouding tussen bewoners en asielzoekers niet meer. Je moet de capaciteit hebben om het goed te regelen met elkaar. Maar voor een stad als Nijmegen kan het wel. En in steden zoals Amsterdam of Rotterdam, dan merk je niet eens dat er ergens een plek is met 3000 of 5000.’